Over talenten ...
home info publicaties zoeken

 

Over talenten ...

Vruchten

Een mooie, sappige peer
gaat rotten
tenzij je ze opeet. *


Er bestaat een uitspraak van Jezus die enige gelijkenissen hiermee vertoont, met name:

Jezus heeft gezegd:
Als gij dat, wat gij hebt,
in u zult voortbrengen zal het u redden.
Als gij dat niet in u hebt zal dat, wat gij niet in u hebt,
u doden. (1)


Deze tweede uitspraak is wel veel persoonlijker dan de eerste. In feite, in wezen, zijn wij zelf een vrucht. Een vrucht waar we iets mee doen, of niets mee doen. Doen we er niets mee, dan zegt de natuurwet dat de vrucht gaat rotten. We kunnen onze eigen talenten "laten rotten". En er is meer, wanneer we dit doen, zal het zich tegen ons keren, "ons doden".

Hebben we talenten, of zijn we onze talenten?

Dit lijkt mij een heel boeiende, maar ook een heel moeilijke vraag te zijn.
Even wat brainstormen. Heb ik mijn talenten, of ben ik mijn talenten? We zijn geneigd om te zeggen "ik heb talenten". Dit lijkt mij compleet fout te zijn. Talenten lijkt mij niet iets te zijn dat je hebt, zoals je een cd hebt, of zelfs je eigen lichaam hebt.
Van waar komen "onze" talenten? Het klassieke antwoord hierop is "we hebben die gekregen". Daar geloof ik niets van. Naar mijn mening hebben we ze - meestal in vorige levens - zelf opgebouwd. Heb je bijvoorbeeld angst voor duisternis, dan ben je die angst, die angst maakt deel van je uit. En als je eraan werkt kan je deze angst doen verminderen, tot hij uiteindelijk omslaat in zelfzekerheid. Op dat ogenblik ben je die zelfzekerheid. Wanneer je komt te sterven, dan ben je nog altijd die zelfzekerheid (2). Bij een volgende incarnatie zit dit er - normaal gezien, voor zover ik het zie althans - nog altijd, je bent het gewoon. Als je je talenten dan al krijgt, dan krijg je ze van je zelf.

Cruciaal hierbij is het invullen van het woordje "ik". Wat versta je onder "ik". Wanneer ik onder ik mijn fysiek lichaam versta, dan heb ik talenten; ik ben mijn lichaam en ik heb talenten.
Wannneer ik onder "ik" mijn hogere wezen versta, dan heb ik mijn lichaam (niet: ik ben mijn lichaam, zoals in het vorige). Heb ik dan "mijn" talenten, of ben ik ze? Indien talenten tot het domein van hebben behoren, het materiële domein, dan ben je ze kwijt wanneer je sterft. Daar geloof ik niets van. En waar komen ze trouwens dan vandaan? Genade? Ook dat geloof ik niet (3).
Het enige goeie antwoord lijkt mij te zijn "wij zijn onze talenten". We keren even terug naar de uitspraak van Jezus. Wanneer we onze talenten zijn, maar we ontkennen onze talenten (door ze "te laten rotten"), dan ontkennen we wat we zelf zijn. Wat gebeurt er dan? Dan gaan we (spiritueel) dood.

Nog een stap dieper

Voor wie nog kan volgen gaan we nog een stap verder. We verlaten het reflecteren en filosoferen en we stappen in de mystiek (4).
Meister Eckhart *zei:

Onze ziel groeit door vermindering,
niet door vermeerdering.

Hoe meer talenten we zijn, hoe meer we zijn. Of niet? Er klopt iets niet. We groeien door vermindering, niet door vermeerdering. Wanneer we meer (talenten) zijn, dan vermeerderen we, maar onze ziel groeit door vermindering.

De ziel, of ons dieper wezen, groeit door vermindering. Dit lijkt mij juist te zijn. Het komt ook naar voor in symboliek van wachters in de gnostische literatuur (5).
Zo staat er in het Evangelie van Maria (Magdalena). *

De ziel antwoordde [tot de wachters] en sprak:
"Wat mij bindt is gedood
en wat mij omringt is overwonnen.
Mijn begeerte heeft opgehouden (te bestaan)
en de onwetendheid is gestorven. ...


Mystiek is duidelijk: ik heb niet mijn talenten. Ben ik mijn talenten? Dit lijkt mij correct, maar ook de uitspraak van Meister Eckhart lijkt mij juist. Ze lijken mij allebei juist, maar ook tegenstrijdig.
De klassieke manier om met tegenstrijdigheden om te gaan is ze overstijgen.

Zo is er een niveau dat boven goed en kwaad staat. De mysticus William Blake * heeft een boek getiteld "The marriage of heaven and hell" (Het huwelijk van hemel en hel).

Wat staat boven de aangehaalde tegenstrijdigheid? De sleutel lijkt mij het invullen van het "ik" te zijn.




(1) Uit het evangelie van Thomas * logion 70.

(2) Als je die zelfzekerheid alleen maar hebt, dan heb je pech, want met de dood stopt alle hebben, 't is weg.

(3) Ik geloof wel in genade, maar niet in deze context.

(4) We verlaten het materiële domein, waar ook het denken toe behoort.
     Mystiek: ga eerst tot op het bot, en dan kan je van start gaan *.

(5) In de inleiding van "Nag Hammadi Geschriften I" staat:

Kortom: bij de afdaling van de ziel door de hemelsferen in een aards lichaam wordt deze bekleed met gewaden. Deze gewaden dienen bij de weg terug (die identiek is aan de weg heen) afgelegd te worden. De ziel dient van deze "smetten" te worden ontdaan ...

     Voorbeelden van zo'n "gewaden" of "smetten" zijn: hebzucht, begeerte, jalozie, ...
     "Wachters" controleren of we deze smetten nog in ons hebben.



Printvriendelijk