|
1
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
26
28
30
32
34
36
38
40
42
44
46
48
50
52
|
de Ene
uit de Ene
is de Volheid ontstaan
door een lek in de Volheid
is een deel van het Goddelijke gevallen
in deze val werd de Mens meegesleurd
hierbij ontstond de (kleine) mens
De Mens
is gevallen in de drieveelheid
van ruimte, tijd en materie
in de tweeheid
van hij en zij
tussen
De Grote Val
en de Opstanding in het Nieuwe Jeruzalem
ligt
tijd
geen tussen
zonder tijd of ruimte of materie
geen tussen zonder twee
tussen Val en Opstanding
is de wereld gesloten
gesloten met de sleutel
van de twee en de drie
de kleine mens
sterft
in en omwille van verdeeldheid
De Mens echter
zal opstaan uit de tweeheid
en uit de drieveelheid
en overgaan
naar vier
viering
vier
en zelfs vijf
vijf, terug één
De Mens
zal opstaan
in het Ene
in het Nieuwe Jeruzalem
En Zij-Hij
zal Leven
in het Ene
één: het Ene
twee is een verlaten van het Ene
drie is een uitbreiding van twee
vier is een inbreiding van twee en drie
vijf is totale inbreiding, terug bij het Ene
het Ene
ver voorbij tijd
en ver voorbij tussen
De Mens in het Ene
|