|
|||||||||
They call it PasschendaeleVooraf2006
Zoekend naar oudere teksten vind ik dit aangrijpende verhaal terug. Het gaat over een ongewoon bezoek aan het Tyne Cot kerkhof in Passendale.
TitelDe titel verwijst naar twee zaken: naar het concert "We died in hell. They called it Passchendaele" en naar een bezoek aan het Tyne Cot kerkhof. We died in hell. They called it Passchendaele.Dit concert werd voor het eerst opgevoerd in 1992 naar aanleiding van de 75-ste verjaardag van de Derde Slag om Ieper (bekend als de slag bij Passendale). Op vrijdag 9 juli 1993 werd het concert opgevoerd onder de Menenpoort te Ieper, op maandag 12 juli in de kerk van Passendale. Tussen 10 en 20 november 1993 was er opnieuw een korte tournee. VAKA Vlaams AktieKomitee tegen Atoomwapens
De jaren 80 van de vorige eeuw was de periode van de grote vredesmanifestaties. Met de plaatselijke VAKA-groep waren we heel aktief. Voornamelijk in '82-'83 was ik er erg bij betrokken.
De muziek
Tijdens het concert "We died in hell. They called it Passchendaele" onder de Menenpoort kwam het verhaal terug tot leven. Tijdens een instrumentaal nummer voelde ik me terug op dat kerkhof net zoals 10 jaar terug.
Het verhaal :
de poort heb ik achter mij dicht gedaan. ik schrik, zo een immens kerkhof ! hier sta ik nu, met mijn zwarte krans in de hand: "aan de toekomstige slachtoffers van de derde wereldoorlog ..." er is wat maanlicht. plots besef ik dat ik midden in de eerste wereldoorlog sta. van de derde naar de eerste teruggeslingerd. in de verte zie ik het monument ik sta in de middengang, en ik begin te stappen. links: allemaal graven rechts: allemaal graven. ik stap verder. heel ver: het monument. links: de ene rij zerken na de andere, rechts: de ontzaglijke lange rijen, tientallen zerken op één rij links: en dit de ene rij na de andere ik ga verder. de maan straalt over de graven de stenen zerken zijn dood. en ook de soldaten zijn dood. even wijk ik van de middengang af even ga ik naar rechts. ik sta stil voor één graf. sober, een mooie eenvoudige steen, vaag zie ik er een kruis op, en vermoedelijk een naam en een datum. veel meer zie ik niet. ik probeer het te begrijpen: wanneer ik dit ene graf niet begrijp, dan begrijp ik niks. de maan, het graf, het lukt mij niet; ik begrijp er niets van. ik ga terug naar de middengang. ik sidder. het ontzaglijke monument is dichterbij gekomen. is dit een monument? ik ril opnieuw. duizenden soldaten liggen hier begraven, dit grootse monument moet van hen helden maken. ik begrijp er niets van. de rijen en rijen soldaten ik bekijk één rij, en ik begin te tellen: vanaf de middengang, altijd maar verder de rij lijkt eindeloos. ik stop. ik kijk opnieuw voor mij weer die rilling: mijn doel, het monument! ik stap verder, het is omstreeks één uur in de nacht, 10 november. het is na middernacht: 11 november. we zijn 11 november! hier sta ik dan, alleen op dit reusachtige kerkhof. één levende te midden van duizenden doden. wie doet zoiets? ik heb nog steeds mijn krans bij mij. niet meer omkijken; recht op mijn doel af, het monument. ik nader ik kijk op het ontzaglijke monument is nog groter geworden weer die siddering ... de maan stelt me gerust: de doden liggen hier al járen. de maan, het mooi geknipte gras, de doden: één geheel ik kijk op: wat doet dit monument hier? ik wordt boos dan voel ik terug de krans en ik stap door: 'niet denken, geen emoties, verder stappen'. dit lukt mij niet. ik ga verder. aan de voet van het monument kijk ik nog even omhoog binnen enkele uren is er hier een grootste plechtigheid: muziek, feest. en de doden zullen weer als helden tot leven komen. ik leg mijn krans neer, de doden zullen dood blijven. top |
|||||||||
Printvriendelijk |