Gedurende de ganse geschiedenis is er op vele terreinen een zeker evenwicht
geweest tussen centralisatie en decentralisatie (2).
Vaak was dit in een golfbeweging, net zoals er een dynamisch evenwicht is
tussen eb en vloed.
Enkele voorbeelden:
* Europa wil tot een éénheidsstructuur komen (centralisatie),
maar beseft het belang van de regio's (zoals bijvoorbeeld Baskenland, decentralisatie).
Beiden komen hier gelijktijdig aan bod.
* Na het sterk centrale bewind van het Ancien Régime
(met als hoogtepunt "de Zonnekoning" Lodewijk XIV) kwam de leuze "vrijheid,
gelijkheid en broederlijkheid", waarbij vooral gelijkheid op decentralisatie duidt.
Binnen de rooms-katholieke kerk hebben we - voor zover mij bekend (3) - al altijd sterke centralisatie gekend. Van een evenwicht of een golfbeweging tussen centralisatie en decentralisatie is nauwelijks sprake. De voorbije decennia hebben we een goede poging tot wat mildering gehad met het concilie (Vaticaan II) dit onder paus Johannes XXIII. Het concilie is nog doorgelopen tijdens het pontificaat van paus Paulus VI maar werd inhoudelijk terug geschroefd, om min of meer een stille dood te sterven onder paus Johannes-Paulus II.
Persoonlijk vraag ik me af of een strak centraal gezag wel kan werken in een organisatie
op wereldschaal. Kunnen we bijvoorbeeld eenzelfde liturgie gebruiken te midden een Afrikaanse,
een Europese en een Chinese cultuur?
Hoe kan één en dezelfde Kerk in Afrika Afrikaans zijn, in Zuid-Amerika
Zuid-Amerikaans en in Europa Europees?
Dit lijkt mij alleen maar mogelijk wanneer de betrokken culturen geweld aangedaan worden.
Of is God voorstander van een éénheidssoep?
Dit lijkt mij wel heel onwaarschijnlijk.
En waarom? Waarom een zo sterk streven naar een éénheidskerk? Eén van de hoofdredenen
hiervoor is het verkeerd begrijpen van het begrip "éénheid". Is éénheid in verscheidenheid geen
éénheid? Ik dacht dat het juist een veel rijkere en rijpere éénheid was.
Hoe kan de culturele eigenheid van iedere regio bewaard blijven? Het enige antwoord is - volgens mij althans - vrij vergaande decentralisatie. De structuren - die niet het wezenlijke zijn van de leer van Jezus - hebben met praktische realisatie te maken en dit is sowieso vrij sterk cultureel gebonden. Persoonlijk vind ik bijvoorbeeld niet dat de kwestie of priesters al dan niet mogen huwen een centrale aangelegenheid is. Bijgevolg kan dit overgelaten worden aan de regio's. Waarom moeten de kerkelijke regels, die de leer van Jezus praktisch uitwerken, dezelfde zijn in Canada als op de Fillipijnen? (4)
Wat blijft in het scenario van decentralisatie
nog centraal? En hoe ziet wat nog centraal gebleven is er dan uit?
Persoonlijk denk ik dat een vrij sterk doorgedreven federalisme of eventueel confederalisme * op zijn plaats is. Het lijkt mij absoluut niet wenselijk, en niet meer van deze tijd,
dat één man over de ganse kerk regeert en dit bovendien nog levenslang.
Het te sterk centrale gezag o.a. rond de plaats van de vrouw in de kerk
heeft er in Europa toe geleid
dat de mensen zich in de standpunten van Rome niet meer konden vinden en
dat de kerken leegliepen.
In Zuid-Amerika heeft de keuze van Rome tegen de bevrijdingstheologie,
die naar mijn oordeel berust op het verkeerd begrijpen van het begrip
communisme (5), ertoe geleid dat de mensen zich afkeerden
van de katholieke kerk en zich bij sekten * aansloten.
In plaats van één man die zeer veel gezag in zich verenigt, dient de werkelijke macht
te gaan naar een soort regeerkoepel waar de regio's in vertegenwoordigd zijn,
dit uiteraard alleen voor wat nog rest op federaal niveau.
Er mag nooit uit het oog verloren worden dat het besturen van de kerk
eigenlijk naast de kwestie is. De essentie is: hoe komen de mensen tot God, en de
bestuursvorm van de kerk is hierbij van ondergeschikt belang.
Is er in deze federale of eventueel confederale structuur nog
iets als een paus nodig? Een vertegenwoordiger?
Het lijkt mij zeker wenselijk dat iemand het geheel
vertegenwoordigd, maar dit dan alleen naar de buitenwereld toe,
zij of hij is niet de voorzitter van "de federale regering".
Deze "voorganger" heeft alleen nog een ceremoniële functie.
Ceremoniële functies zijn er onder meer voor de koningshuizen
van België en Nederland en voor de president van Ierland.
Een stap verder dan decentralisatie is de vraag: "is er wel een kerk nodig?" Het komt mij voor dat deze vraag in het begin van de 21ste eeuw aan de orde is, wat eeuwen geleden niet zo was.
Vroeger was er meer kerk nodig dan nu. Dit vraagt een woordje uitleg.
Bij de Egyptenaren waren er "inwijdingsscholen", denk bijvoorbeeld aan Heliopolis,
waar "geheime leer" (esoterische kennis) gegeven werd.
De ingewijden konden dan -op een veel lager niveau van kennis- het gewone volk
onderrichten. De kloof tussen de gewone gelovige en de priester was heel groot.
Momenteel is "geheime leer"
helemaal niet meer geheim, maar voor iedereen toegankelijk en -mits enige inspanning
en mystiek inzicht- kan iedereen er wel iets van opsteken. Zo is er bijvoorbeeld het
"Evangelie van Thomas" * dat begint met:
"Dit zijn de geheime woorden
die de levende Jezus sprak ...
Dit evangelie was niet alleen geheim, het was zelfs -vermoedelijk in de vierde eeuw-
verdwenen. In 1945 werd het herontdekt. Vandaag is het niet meer geheim, maar voor
iedereen -zowel de leek als de priester- toegankelijk.
Een belangrijk, en zeer symbolisch moment in de overgang van geheime tot meer publieke
leer was het gebeuren in de tempel van Jeruzalem tijdens het overlijden van Jezus.
Op dat moment scheurde het doek dat de scheiding maakte tussen het publieke deel van de
tempel en het geheime deel (achter het gordijn) dat enkel toegankelijk was voor
de hogepriester, van boven tot beneden (6).
Meteen was er geen geheim gedeelte meer.
Eeuwen lang was er een soort "bij de hand nemen van de gelovige", een herder-schaap-relatie.
Met het persoonlijk bewustzijn dat er vandaag is, en bijvoorbeeld tijdens de Middeleeuwen
in veel mindere mate was, is dit "bij de hand nemen" ongewenst. Die tijd is voorbij.
Te weinig mensen, zeker binnen de katholieke kerk, realiseren zich dat de mensheid op zijn
geheel een evolutie doormaakt. Eén van de verschuivingen hierbij is dat
centrale godsdienstige leiding, wat wij "kerk" noemen, nu
minder nodig is dan eeuwen geleden.
Zal er iets als "kerk" nodig blijven? Wat verstaan we onder het begrip "kerk"?
Jezus zei (Mt. 18:20):
"Want waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam,
daar ben Ik in het midden van hen."
Deze woorden indachtig heb je niet veel mensen nodig om een "kerk" te vormen,
en van instituut is er al helemaal geen sprake.
En de paus dan? In dit geval is zelfs een ceremoiële paus niet meer nodig.
(7)
Voor mij hoeft de katholieke kerk niet, maar ik wil wel op grond van gelijkwaardigheid met katholieken (8) samenwerken wanneer zich dit aandient.