Er is "de God buiten ons" en de Goddelijke Vonk in ons. Eigenlijk gaat het om hetzelfde, alles is één.
Het Hindoeïsme * spreekt respectievelijk over
Brahman en Atman. Uiteindelijk zijn beiden Eén. (1) Het Gnostische Christendom * spreekt soms over "de Epinoia".
Toen verborg de verlichtende Epinoia zichzelf in hem (Adam). (2)
Het Duitse (3) woord voor ademen, atmen (en het Nederlandse woord ademen) is afgeleid van het Oud-Indische woord Atman, dat 'de inwonende goddelijke geest' of 'God in je' betekent. (4)
(1)
De kernboodschap van de voornaamste Hindoeïstische tekst - de Bhagavad Gita * - is "Gij zijt Dat", waarbij dat Dat staat voor God, eigenlijk zowel voor het God in ons als voor God buiten ons.
(2)
Uit "Geheime Boek van Johannes" * (aanvang vers 61).
Merk op dat Adam nauw verwant is met adem (zie verder). Een interpretatie is dan ook "Toen verborg de verlichtende Epinoia zichzelf in onze adem".
Onze adem is een toegangspoort tot het Goddelijke in ons. Vandaar dat zowat alle meditaties beginnen met de adem observeren.